maandag 26 november 2012

onderwijsleergesprek



 Onderwijsleergesprek
* Welke kleuren gebruikt de schilder?
* Welke techniek wordt hier toegepast?
* In welke situatie zou jij je zo gedragen?
* Wanneer houd jij je handen voor je ogen?
Reflectie onderwijsleergesprek:
Zelf heb ik niet voor de klas moeten staan, maar ik heb wel een aantal problemen genoteerd die meermaals voorkwamen. Eén van de meest voorkomende fouten was dat men te weinig doorvraagt om zo tot een bepaald doel te komen en er ook te veel gesloten vragen werden gesteld. Ik leerde ook bij dat het echt de bedoeling is om je leerlingen zoveel mogelijk mee te nemen in het verhaal. Wat ik ook heb onthouden is dat de vraag 'Wat brengt dit teweeg?' een gesloten vraag is en dus niet gebruikt mag worden. Nu is het voor mij ook duidelijk wat het uiteindelijke doel is van een onderwijsleergesprek namelijk de linken onderwerp, product en affect aanschouwelijk maken door kunstbeschouwing.
 
 
 
Lesbegin 15’
Sfeerschepping

In het begin van de les wordt een verhaal voorgelezen over de eenzaamheid van een oma na de dood van opa. Op de achtergrond wordt ook een lied afgespeeld die eenzaamheid opwekt.
Inleiding


*  Kunst- en beeldbeschouwing  


 
De houding van deze man zorgt al duidelijk voor een eenzaam en ingetogen gevoel.
De losse schildertechniek zorgt ervoor dat er geen strakke lijnen te zien zijn en het dus wat vaag overkomt. Een belangrijk beeldaspect die zorgt voor de eenzaamheid is de kleur. Het zijn donkere, vage, wazige kleuren. Door dit alles komt het eenzame gevoel tot zijn recht.

Onder

Opdrachtformulering

·         Een tekening over een oma maken die eenzaamheid weergeeft door het gebruik van wol ,stofjes en soorten papier.

 
Lesmidden
Uitvoeringsfase 1: 





·         De leerlingen maken een schets van hun tekening en denken ook al eens na over welke stoffen en soort materiaal ze zullen gebruiken. Om op deze manier de compositie van de figuren te bepalen.

·         Product:
* Het materiaal: papier, potlood, lijm, stof, wol, soorten papier…
*  Techniek: plakken
*  BA: kleur, compositie, textuur
Afhankelijk van welke kleuren en soorten materiaal je gebruikt kan je eenzaamheid opwekken.






 Uitvoeringsfase  2
Het natekenen van hun schets op een A3 blad.
Misschien dat de leerlingen bij het overtekenen nog andere ideeën krijgen en deze kunnen ze dan nog veranderen op hu A3 blad.

Na het tekenen moet dit beeld al een gevoel geven van eenzaamheid. Ook zonder de stoffen en papier.

Uitvoeringsfase  3
Het bekleven van de tekening met stofjes, soorten papier, wol…

De leerlingen moeten rekening houden met de kleuren die ze gebruiken. Ook moeten ze denken aan de textuur die van groot belang is voor eenzaamheid uit te drukken.
 
 
 
Leseinde
Evaluatie XX’
Opruimen XX’
Zijn de doelstellingen van de les bereikt? Hiervoor keer je terug naar de probleemstelling.
*  Het zoeken van stof die een eenzaam gevoel weergeven was soms moeilijk
*  De tekening geeft een eenzaam gevoel weer 



 



zondag 11 november 2012

Lesfiche: Heel ver/ Heel dichtbij



Reflectievragen


-        -  WELK AFFECT KAN JE PLASTISCH VERSTERKEN IN HET WERKSTUK?
Het hemelse affect kan versterkt worden door
·         Het materiaal: het gebruik van watte zorgt voor een hemelse, dromerige en zwevende  sfeer
·         De kleur: De gouden kleur verwijst naar het goddelijke
·         Licht: afhankelijk van welk soort papier je op de doos plakt, speelt het licht een bepaalde rol. Wil je een donkere sfeer, dan zorg je voor een blad die niet veel licht doorlaat. Hier gebruik ik een blauw blad, die de lucht weergeeft en ik laat een opening waar Christus verschijnt.
-        -  WAT WIL JE EVALUEREN?
·         Leerlingen hun fantasie laten werken
·         Kunnen omgaan met verschillende materialen, technieken en het licht.

-       -  ZET DE OPDRACHT VOLDOENDE AAN TOT CREATIVIETEIT EN ONDERZOEK? WAT LEREN JE BIJ?
De leerlingen mogen zelf kiezen welke materialen ze gebruiken, de grootte van de schoendoos. Ze mogen ook kiezen welk onderwerp.  Zo leren ze welke materialen en kleuren welke gevoelens opwekken. Ze mogen ook eens hun eigen fantasie de vrije loop laten. Ze komen ook te weten hoe je een kijkdoos maakt en dat het licht een heel belangrijke rol speelt.




Lesfiche

Lesbegin 15’
Sfeerschepping

ð  Een kijkdoos ontwerpen die de fantasie van de leerling vertelt.
ð  Probleemstelling: 1 concrete zin! Gericht op A!!!
 ‘Hoe kunnen we onze fantasiewereld weergeven in een kijkdoos?

Inleiding


ð  Kunst- en beeldbeschouwing  
                          
PETER LAGAST                                  
                                          LYNLEY LARKINS


In Oostende was er een project waar 25 kunstenaars samen te werk gaan. Hun opdracht was een kijkdoos maken. Die werden geplaatst in de winkelstraat in Oostende, waar de voorbijgangers een kijkje mochten nemen in de doos.

ð  Zoals je ziet op de foto’s speelt het licht een zeer belangrijke rol bij het maken van een kijkdoos. Ook de positie van je elementen in de doos is van belang.


Opdrachtformulering

·         Een kijkdoos ontwerpen waarin je je fantasie laat verschijnen waar je je helemaal jezelf kan zijn die tot uiting komt door de juiste keuze te maken van materialen, kleur, licht…

 
Lesmidden
Uitvoeringsfase 1: 



·         De leerlingen maken eerst een schets van hun kijkdoos op een blad papier. Zowel de buitenkant als de binnenkant. Zo bepalen ze de plaats waar alle onderdelen in de doos zullen komen. Daarop duiden ze ook aan welk materiaal ze allemaal zouden gebruiken.


·         Bij elke leerling zal het affect anders zijn.

      Product:
ð  Het materiaal: een schoendoos, schaar, lijm, plakband, papier..
Veel van het materiaal is afhankelijk van het thema die de leerling kiest.
ð  De techniek, het licht, de kleur, compositie (BA)… zijn ook afhankelijk van leerling tot leerling

 Uitvoeringsfase  2
·         Na het verzamelen van verschillende materialen, bepalen we eerst de achtergrond van het geheel. Dit is dus de randen van de binnenkant van de schoendoos.

·         Vervolgens maken we apart de verschillende elementen die in de doos moeten.

·         Daarna snijden we een gat in de doos. De grootte van het gat is afhankelijk van leerling tot leerling.

·         Wanneer we eenmaal alle elementen hebben, plaatsen we ze in de doos volgens de schets die ze hebben gemaakt.

Uitvoeringsfase  3
·         Het bewerken van de buitenkant van de schoendoos.

·         Het bepalen van de lichtinval voor de kijkdoos.





 
 
 
Leseinde
Evaluatie XX’
Opruimen XX’
Zijn de doelstellingen van de les bereikt? Hiervoor keer je terug naar de probleemstelling.
 
*De afwerking van de buitenkant moet ook nauwkeurig gebeuren.
* Het plaatsen van de elementen zodat je alles kan zien is soms niet zo evident.
* Het juiste formaat van de figuren bepalen zodat ze in de doos passen.
*Soms ook kijken naar de verhouding.