dinsdag 26 maart 2013

reflectie praktijkweek 2

Onder vakinhoud verstaan we wat de exacte inhoud van de les precies inhield. Of het doel van de les ook wel degelijk bereikt is. Het pedagogische gaat dan over hoe een persoon zich gedraagt tijdens het lesgeven. Hoe hij/zij voor de klas staat en les geeft. Als laatste hebben we organisatie en structuur die iets zeggen over de opbouw van de les. Was er een goeie structuur? Waren de verschillende stappen duidelijk en opbouwen? Was er een goeie organisatie qua materiaal, stappen…?

 De belangrijkste zaken die heb ik opgepikt tijdens praktijkweek 2 zijn de volgende:

Je moet steeds stilstaan bij de vraag 'Wat wil je de leerlingen juist bijbrengen?', want het is zeer belangrijk dat de leerlingen iets begeleren in je les po. Om een antwoord te vinden op deze vraag moet je voldoende tijd nemen om je te verdiepen in je les. Met andere woorden 'zoeken naar plastische inhoud'.

Een puntje die bij mij aangekaart werd, was dat ik tijdens mijn demonstratie niet voldoende uitleg gaf hoe je het affect nu juist kan creëren met de techniek en de verschillende beeldaspecten. Ik legde de techniek uit maar linkte het niet genoeg aan het affect, wat wel essentieel is.

Wanneer je een gedicht gebruikt voor de sfeerschepping, is het belangrijk dat je voldoende tijd neemt om te kijken waar je de intonatie juist zal leggen, wanneer je luider en stiller zal praten.... Want indien het gedicht niet juist wordt voorgelezen, is de kans groot dat het affect niet tot zijn recht komt.

Een volgend punt dat me bijbleef na de les is dat je je leerlingen zoveel mogelijk moet betrekken. zowel bij de sfeerschepping als de demonstratie. Zo worden ze gemotiveerd om aan de slag te gaan.

En als laatste zijn er ook nog een aantal kleine zaken die me zijn bijgebleven, namelijk wanneer je een boek toont dat je de leerlingen de tijd moet geven om naar de afbeelding te kunnen kijken, dus niet te snel rondgaan. Ook wanneer je een schilderij afdrukt, altijd in kleur! En als je over beelden praat, moet je ze altijd visueel maken zodat de leerlingen weten over wat je juist aan het praten bent.




zondag 3 maart 2013

zinvolheid eigen creatie



Deze creatie is zeer zinvol omdat de leerlingenenerzijds vrijheid hebben maar anderzijds ook de richtlijnen moeten volgen. Elke leerling kan zijn of haar pop op een heel andere manier aankleden maar toch allemaal een sprookjesachtig gevoel creëren.

De leerlingen kunnen variëren in vorm. Ze kunnen vanuit de vorm van de  originele pop vertrekken en zowel in de diepte als in de hoogte als in de breedte werken. Daarin zijn geen grenzen en kunnen zo met verschillende vormen experimenteren en proberen.

Nadat ze hun vormen hebben bepaald, hebben ze ook nog de keuze om te bepalen waar ze deze zullen plaatsen op de pop om zo tot een sprookjesfiguur te komen.

Als ze uiteindelijk de vormen en de plaats bepaald hebben, kunnen ze gaan onderzoeken hoe ze de uitgeknipte vormen zullen verbinden door middel van papier maché. Hiermee wordt ook de dikte bepaald. Dit kan op allerlei verschillende manieren.

En als laatste kunnen ze onderzoek doen naar de kleur van hun pop nadat ze een grondlaag met korrelverf hebben gelegd. De leerlingen kunnen gelijk welke kleuren kiezen om hun figuur te beschilderen. Ze hoeven niet bij één kleur te blijven, maar mogen variëren in kleuren. Ze kunnen ook verschillende overgangen maken tussen verschillende kleuren.

Kortom deze opdracht is zeer creatief voor de leerlingen en laat hen op onderzoek gaan naar de verschillende beeldaspecten om tot een sprookjesachtig gevoel te komen.